Jeroen over de Sjiem: ‘hij blijft een persoonlijkheid’Precies twintig jaar geleden wonnen Jeroen Dubbeldam en De Sjiem goud op de Olympische Spelen. Bij het ontbreken van Spelen dit jaar blikken we met Dubbeldam in Paard&Sport graag nog eens terug op dat historische moment voor de Nederlandse paardensport. Een interview dat ook een ode is aan die bijzondere, inmiddels 31 jaar oude schimmel.Je kende De Sjiem van de landelijke concoursen. Eenmaal in je bezit bleek hij zeer gecompliceerd te zijn, zo zagen we ook in de documentaire Een schimmel van goud.
‘De Sjiem werd gereden door Anne van Vulpen. Hij viel op door zijn uitstraling, een echte persoonlijkheid. Mijn ex-schoonvader Bennie Holtkamp, nog altijd een goede vriend, wilde hem per se hebben. Je kon toen al wel zien dat hij niet de makkelijkste was, maar dat maakte Bennie niks uit. Begin ’96 kwam De Sjiem hier op stal en toen kwamen we erachter hoe moeilijk hij was. Later hoorde je wel de verhalen. Dat ze hem ook liever niet onder het zadel trainden en regelmatig meenamen aan de fiets om zo conditie te geven. Zolang de dingen in zijn straatje pasten, vond hij het prima. Maar o wee als dat anders was en je iets aan hem vroeg. In het begin heb ik daar omheen gewerkt, maar vanaf het 1.40m kwamen de rijtechnische problemen naar voren. Zo extreem als met De Sjiem had ik het nog nooit meegemaakt met een paard en later eigenlijk ook niet meer. In die tijd beheersten de problemen met De Sjiem mijn leven. Zo veel talent en tegelijk zo ingewikkeld…’
Uiteindelijk kwam je de problemen te boven en toen ging het hard met hem, toch?
‘Dat klopt. In 1998 liep hij zes keer dubbel nul in landenwedstrijden op het hoogste niveau en werd hij Leading Horse in de Samsung Super League. We namen deel aan de Wereldruiterspelen van dat jaar en in 1999 waren we erbij op het EK. Maar hij bleef wel apart hoor. Op het WK haakte hij opeens af in de tweede ronde. Stonden we geparkeerd in de hoek.’
‘IN DIE TIJD BEHEERSTEN DE PROBLEMEN MET DE SJIEM MIJN LEVEN. ZO VEEL TALENT EN TEGELIJK ZO INGEWIKKELD’
De Olympische Spelen van Sydney werden jullie derde kampioenschap op rij. Hoe ging de aanloop daar naartoe?
‘Ik hoefde me niet meer echt te bewijzen met De Sjiem, slechts vormbehoud te tonen, en kon lekker naar de Spelen toewerken. De lange vlucht naar Australië leverde geen problemen op. Zoiets maakte hem niks uit. Hij was nergens bang voor. De Sjiem heeft een enorm groot hart. Vervolgens moest hij in Sydney twee weken in quarantaine. Wel op het terrein aldaar. We konden er volop trainen. Ik heb toen ook Carthago gereden, omdat Jos (Lansink, red.) later kwam. Ik vond dat een eer. Jos was de nummer één van ons land en vertrouwde zijn paard aan mij toe. Die situatie was ook prettig, omdat ik tijdelijk een extra paard om handen had.’
Beeld Sushilla Kouwen
Bron KNHS Paard&Sport | najaar | 2020